Waar vind ik de juiste bandenspanning? |
Wettelijk aanbevolen spanningen voor auto's zijn te vinden:
1. In de handleiding/instructieboekje van de auto;
2. Binnen de tankdop;
3. Op een sticker op de deurpost van de bestuurder, op de achterkant van de zonneklep of in het dashboardkastje (zie foto).
Aanbevolen bandenspanning
De gespecificeerde bandenspanning kan variëren afhankelijk van het merk, het model, het type en de maat van de band. Er wordt een spanningsaanbeveling gegeven voor normaal gebruik en een aanbeveling voor gebruik met zware belasting (hoge snelheid of overbelasting).
Het is erg belangrijk om te weten dat de bandenspanning onafhankelijk is van de bandenmaat. Dezelfde band zal bijvoorbeeld een lagere druk hebben op een klein, licht voertuig dan op een groot, zwaar voertuig.
Waarom het belangrijk is om met de juiste bandenspanning te rijden
De juiste bandenspanning is cruciaal voor een optimale werking van het voertuig, vooral voor motorvoertuigen. Dit is ook belangrijk voor een laag brandstofverbruik, bandenslijtage en de veiligheid van chauffeurs en andere chauffeurs op de weg.
In Nederland wordt de bandenspanning meestal uitgedrukt in bar; 1 bar is gelijk aan 1 atmosfeer en is de buitenluchtdruk. De bandenspanning van een gemiddelde toerwagen varieert van circa 1,8 bar tot circa 3,2 bar. Door deze overdruk in de band ten opzichte van de buitenlucht en omdat rubber een doorlatend materiaal is, loopt elke band langzaam zo'n 2% tot 5% per maand leeg. Kleine gaatjes in een ventiel, langs een velg of door een spijker kunnen ervoor zorgen dat een band sneller leegloopt.
Technisch gezien hebben banden en bandenspanning veel te maken met hoe u rijdt. Ook zijn er veel eisen waaraan een autoband moet voldoen. Banden moeten stijf genoeg zijn om het voertuig en de lading te dragen. Het moet ook flexibel zijn om tractie te garanderen, zowel op natte als droge oppervlakken.
Perfecte band
Andere eisen hebben betrekking op slijtvastheid, rolweerstand, rijcomfort en het waarborgen van voertuigstabiliteit. Daarom moet een band zowel stevig als flexibel zijn, glad maar gegroefd. Kortom, een goede band moet aan (soms) tegenstrijdige eigenschappen voldoen. De perfecte band bestaat nog steeds niet en zal altijd een compromis zijn tussen al deze eigenschappen.
Banden zijn er in verschillende soorten en maten van verschillende fabrikanten. Afhankelijk van de kenmerken van het voertuig bepaalt de autofabrikant de opgegeven bandenmaat voor dit model en de bandenspanning die de band moet hebben. Op basis hiervan is de auto goedgekeurd. Soms zijn meerdere bandenmaten geschikt, elk met een andere aanbevolen bandenspanning.
Wat is onderspanning?
Lage bandenspanning is eigenlijk een bandenspanning die lager is dan de aanbevelingen van de autofabrikant voor de betreffende bandenmaat.
Een kenmerk van banden is dat ze na verloop van tijd langzaam leeglopen. Dit komt doordat de (samengeperste) lucht in de band door het drukverschil binnen en buiten de band langzaam door het rubber van de band ontsnapt. Dit drukverlies kan natuurlijk ook optreden, bijvoorbeeld door een klein lek of een beschadigd ventiel. Volgens bandenfabrikanten daalt de druk zo'n 0,05 tot 0,1 bar per maand, ofwel zo'n 2% tot 5%. Als autobanden daarom niet regelmatig worden gecontroleerd en opgepompt, kan er al na enkele maanden een te lage spanning optreden.
In Nederland rijdt meer dan 60% van alle auto's onder druk en heeft 7% zelfs lekke banden. Een te lage bandenspanning verbruikt meer brandstof, veroorzaakt meer CO2, fijnstof- en uitlaatgasemissies, verlengt de remweg, vermindert de tractie en leidt tot een aanzienlijke toename van de bandenspanning met bandenslijtage tot gevolg. Kortom, ten koste van ongelukken, overlast en veel geld.
Op basis van honderden projecten die Band op Spanning met onze on-site service heeft uitgevoerd, blijkt dat ongeveer de helft van de vloot een spanning heeft van minder dan 10% of meer.
Is het gevaarlijk om met een te hoge bandenspanning te rijden?
Rijden met een hogere bandenspanning dan aangegeven is minder problematisch dan rijden met een te lage bandenspanning. TNO raadt zelfs aan om altijd te rijden met een bandenspanning die 10% hoger is dan de aanbevolen spanning voor normaal gebruik.
In alle gevallen moet u de bandenspanning aanpassen aan de gebruiksomstandigheden. Bij hogere aslasten of langdurig en frequent rijden op de snelweg is bijvoorbeeld een hogere bandenspanning vereist.
Bandenlabels en brandstofverbruik
Vanaf november 2012 heeft de EU bandenlabels geïntroduceerd met als doel consumenten te helpen bij het kiezen van zuinigere banden, met aandacht voor veiligheids- en geluidsaspecten. Dit is vergelijkbaar met het sorteren van witgoed.
De volgende drie kenmerken staan op het etiket vermeld:
Rolweerstand (brandstofverbruik)
Elke band heeft een zogenaamde rolweerstand, onafhankelijk van het voertuig zelf. Hoe groter de rolweerstand, hoe meer brandstof er nodig is om die weerstand te overwinnen en het voertuig te laten rijden.
Remweg op nat wegdek
De veiligheid van een band hangt van veel factoren af: tractie en profiel, gevoeligheid voor water en goed remmen op alle soorten wegdek. Juist op nat wegdek is het van belang om correct en veilig te kunnen remmen, omdat onder deze omstandigheden relatief meer ongelukken gebeuren en het risico groter is. Daarom is als labelkenmerk gekozen voor remweg op nat wegdek.
Geluid buiten de auto maken
Afhankelijk van de constructie van de band en de buitenvorm maakt de band meer of minder geluid bij het rollen op de weg. Deze functie houdt zich dus bezig met de geluiden van de omgeving buiten het voertuig, niet met de geluiden die u in het voertuig hoort. Drie decibel toevoegen betekent een verdubbeling van het geluid.
Hoewel de bandenspanning geen onderdeel uitmaakt van het bandenlabel, zal de band optimale eigenschappen hebben bij de aanbevolen bandenspanning. Lage spanning leidt tot verminderde prestaties over alle kenmerken.